Prestatiematrix van familiebedrijven
Doel: Bepalen relatie tussen zakelijke – en familiale dimensie met betrekking tot de prestaties van familiebedrijven
Achtergrond van het model
Familiebedrijven willen, zoals elk bedrijf, gezonde omzetten en winsten maken. Er zijn twee dimensies die invloed hebben op een familiebedrijf. De organisatiedimensie en familiedimensie. Hierbij is het van belang te weten welke invloed beide dimensies hebben op het succes van deze familiebedrijven. Wat de familie onder succes verstaat wil niet direct zeggen dat dat uitsluitend te maken heeft met omzet en winst doelstellingen die bij niet familiebedrijven meestal spelen. Familiebedrijven hebben vaak een combinatie van financiële – en niet financiële doelstellingen. Het blijkt dat in de perceptie van stakeholders van familiebedrijven zelfs over de meest basale onderwerpen uiteenlopende percepties bestaan (Sharma, 1997). Familiebedrijven kunnen dus op één dimensie succesvol zijn, maar op de andere niet. Met behulp van de matrix van Sharma kan inzicht verkregen worden in de totale resultaten van het familiebedrijf.
Toepassing Prestatiematrix van familiebedrijven
Goede familiebanden en gevulde beurzen.
Familiebedrijven in kwadrant I zijn de meest succesvolle familiebedrijven. Het geeft de beste performance combinatie tussen de familie- en organisatiedimensie. In de familie bestaat een goede harmonie zodat op de juiste wijze samengewerkt kan worden om de familiedoelstellingen te realiseren. Daarnaast opereren ze op een markt waarmee goede omzetten en winsten behaald worden. Dat betekent dat deze familiebedrijven beschikken over voldoende kapitaal. Daarnaast hebben ze een goede emotionele band met elkaar. Hierdoor kan de onderneming overleven ook wanneer het economisch minder gaat of wanneer er binnen de familie emotionele momenten aanbreken. Vertoeven in dit kwadrant is het beste dat een familiebedrijf kan doen en
Slechte familiebanden en gevulde beurzen
In kwadrant II bevinden zich familiebedrijven die op de organisatiedimensie succes hebben. Echter, in de familie bestaan minder goede onderling relaties dat tot verschillende spanningen kan leiden. Deze situatie komt veelal voor bij de grotere familiebedrijven die zelfs wereldwijd doorgroeien en grotere omzetten en winst realiseren. Binnen de familie kan dan onenigheid ontstaan over de te varen koers van de onderneming waardoor er conflicten ontstaan. Het effect hiervan is dat er ruim voldoende budget beschikbaar is, maar de emotionele band wordt minder tussen de leden van de familie. Hierdoor komt de continuïteit van de onderneming in gevaar waardoor foutieve besluiten niet meer ten goede gekeerd kunnen worden terwijl bij goede onderlinge relatie dit wel mogelijk is.
De familie dient de onderlinge relatie op orde te brengen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen en door te groeien naar het eerste kwadrant.
Goede familiebanden en lege beurzen
Familiebedrijven met een uitstekende familieband en minder goede financiële resultaten bevinden zich in kwadrant III. De emotionele band tussen de familieleden is erg goed. De resultaten op het bedrijfsvlak vallen echter tegen. Dit is voor een korte periode niet problematisch. De goede onderlinge relatie tussen de familie kan wel tegen een stootje en wat mindere bedrijfsresultaten. Wanneer deze situatie echter langer duurt, zullen de beschikbare resources uitdrogen en dit zal zwaar gaan drukken op de familieband.
Een vernieuwde strategie richting bedrijf en markt is noodzakelijk om de bedrijfsresultaten van de onderneming te verbeteren zodat ondernemingen in kwadrant III kunnen opschuiven naar kwadrant I.
Slechte familiebanden en lege beurzen
Familiebedrijven in kwadrant IV zijn eigenlijk gewoon mislukt omdat zowel op het bedrijfsresultaat als op de familiebanden geen goede resultaten zijn geboekt. Wanneer op de organisatiedimensie geen goede resultaten geboekt zijn kan een familie een andere onderneming opstarten waarmee wellicht in de toekomst wel goede resultaten geboekt kunnen worden. Mislukking op de familiedimensie heeft echter een veel langere tijd nodig om tot goede verstandhouding binnen de familie te komen. En misschien lukt dit helemaal niet.
Hoewel voor familiebedrijven kwadrant I de beste situatie kan het voor bedrijven in kwadrant IV erg moeilijk zijn om dit direct te realiseren. Meestal volgt een pad via kwadrant II of III. Eerst op één dimensie verbetering aanbrengen en daarna op de andere dimensie om zo naar kwadrant I te groeien.
Resultaat van het model
Op basis van deze matrix kunnen familiebedrijven een juiste strategie uitzetten om van kwadrant II, III of IV naar kwadrant I te gaan. Van belang is dat deze strategie zorgvuldig opgezet en uitgevoerd wordt. Bijvoorbeeld een bedrijf dat in kwadrant III zit en zich uitsluitend richt op het verbeteren van de bedrijfsresultaten kan in de knel komen met de familierelaties en daarom niet belanden in kwadrant I maar uiteindelijk in kwadrant IV.
Aandachtsgebieden Prestatiematrix van familiebedrijven
Het model van Sharma bestaat ui twee globale dimensies en geeft een algemene strategie aan waar het familiebedrijf zich op kan focussen. De uiteindelijk vast te stellen strategie zal op meer en verder gedetailleerde aspecten moeten plaatsvinden. Deze aspecten zijn onder andere het totale aandelenbezit van de familie in de onderneming, is de directeur iemand uit de familie of van buiten de familie, welke machtsposities zijn er, cultuur in de onderneming, aantal familieleden in het management van de onderneming en het aantal generaties van de familie die in het bedrijf participeert.
Auteur: P. Sharma
Jaar ontwikkeld: 2004
Ook bekend als: Performance of Family firms
Prestatiematrix van familiebedrijven
Doel: Bepalen relatie tussen zakelijke – en familiale dimensie met betrekking tot de prestaties van familiebedrijven
Achtergrond van het model
Familiebedrijven willen, zoals elk bedrijf, gezonde omzetten en winsten maken. Er zijn twee dimensies die invloed hebben op een familiebedrijf. De organisatiedimensie en familiedimensie. Hierbij is het van belang te weten welke invloed beide dimensies hebben op het succes van deze familiebedrijven. Wat de familie onder succes verstaat wil niet direct zeggen dat dat uitsluitend te maken heeft met omzet en winst doelstellingen die bij niet familiebedrijven meestal spelen. Familiebedrijven hebben vaak een combinatie van financiële – en niet financiële doelstellingen. Het blijkt dat in de perceptie van stakeholders van familiebedrijven zelfs over de meest basale onderwerpen uiteenlopende percepties bestaan (Sharma, 1997). Familiebedrijven kunnen dus op één dimensie succesvol zijn, maar op de andere niet. Met behulp van de matrix van Sharma kan inzicht verkregen worden in de totale resultaten van het familiebedrijf.
Toepassing Prestatiematrix van familiebedrijven
Goede familiebanden en gevulde beurzen.
Familiebedrijven in kwadrant I zijn de meest succesvolle familiebedrijven. Het geeft de beste performance combinatie tussen de familie- en organisatiedimensie. In de familie bestaat een goede harmonie zodat op de juiste wijze samengewerkt kan worden om de familiedoelstellingen te realiseren. Daarnaast opereren ze op een markt waarmee goede omzetten en winsten behaald worden. Dat betekent dat deze familiebedrijven beschikken over voldoende kapitaal. Daarnaast hebben ze een goede emotionele band met elkaar. Hierdoor kan de onderneming overleven ook wanneer het economisch minder gaat of wanneer er binnen de familie emotionele momenten aanbreken. Vertoeven in dit kwadrant is het beste dat een familiebedrijf kan doen en
Slechte familiebanden en gevulde beurzen
In kwadrant II bevinden zich familiebedrijven die op de organisatiedimensie succes hebben. Echter, in de familie bestaan minder goede onderling relaties dat tot verschillende spanningen kan leiden. Deze situatie komt veelal voor bij de grotere familiebedrijven die zelfs wereldwijd doorgroeien en grotere omzetten en winst realiseren. Binnen de familie kan dan onenigheid ontstaan over de te varen koers van de onderneming waardoor er conflicten ontstaan. Het effect hiervan is dat er ruim voldoende budget beschikbaar is, maar de emotionele band wordt minder tussen de leden van de familie. Hierdoor komt de continuïteit van de onderneming in gevaar waardoor foutieve besluiten niet meer ten goede gekeerd kunnen worden terwijl bij goede onderlinge relatie dit wel mogelijk is.
De familie dient de onderlinge relatie op orde te brengen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen en door te groeien naar het eerste kwadrant.
Goede familiebanden en lege beurzen
Familiebedrijven met een uitstekende familieband en minder goede financiële resultaten bevinden zich in kwadrant III. De emotionele band tussen de familieleden is erg goed. De resultaten op het bedrijfsvlak vallen echter tegen. Dit is voor een korte periode niet problematisch. De goede onderlinge relatie tussen de familie kan wel tegen een stootje en wat mindere bedrijfsresultaten. Wanneer deze situatie echter langer duurt, zullen de beschikbare resources uitdrogen en dit zal zwaar gaan drukken op de familieband.
Een vernieuwde strategie richting bedrijf en markt is noodzakelijk om de bedrijfsresultaten van de onderneming te verbeteren zodat ondernemingen in kwadrant III kunnen opschuiven naar kwadrant I.
Slechte familiebanden en lege beurzen
Familiebedrijven in kwadrant IV zijn eigenlijk gewoon mislukt omdat zowel op het bedrijfsresultaat als op de familiebanden geen goede resultaten zijn geboekt. Wanneer op de organisatiedimensie geen goede resultaten geboekt zijn kan een familie een andere onderneming opstarten waarmee wellicht in de toekomst wel goede resultaten geboekt kunnen worden. Mislukking op de familiedimensie heeft echter een veel langere tijd nodig om tot goede verstandhouding binnen de familie te komen. En misschien lukt dit helemaal niet.
Hoewel voor familiebedrijven kwadrant I de beste situatie kan het voor bedrijven in kwadrant IV erg moeilijk zijn om dit direct te realiseren. Meestal volgt een pad via kwadrant II of III. Eerst op één dimensie verbetering aanbrengen en daarna op de andere dimensie om zo naar kwadrant I te groeien.
Resultaat van het model
Op basis van deze matrix kunnen familiebedrijven een juiste strategie uitzetten om van kwadrant II, III of IV naar kwadrant I te gaan. Van belang is dat deze strategie zorgvuldig opgezet en uitgevoerd wordt. Bijvoorbeeld een bedrijf dat in kwadrant III zit en zich uitsluitend richt op het verbeteren van de bedrijfsresultaten kan in de knel komen met de familierelaties en daarom niet belanden in kwadrant I maar uiteindelijk in kwadrant IV.
Aandachtsgebieden Prestatiematrix van familiebedrijven
Het model van Sharma bestaat ui twee globale dimensies en geeft een algemene strategie aan waar het familiebedrijf zich op kan focussen. De uiteindelijk vast te stellen strategie zal op meer en verder gedetailleerde aspecten moeten plaatsvinden. Deze aspecten zijn onder andere het totale aandelenbezit van de familie in de onderneming, is de directeur iemand uit de familie of van buiten de familie, welke machtsposities zijn er, cultuur in de onderneming, aantal familieleden in het management van de onderneming en het aantal generaties van de familie die in het bedrijf participeert.
Auteur: P. Sharma
Jaar ontwikkeld: 2004
Ook bekend als: Performance of Family firms
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!